SV | En dat zij u een teken, dat men [in] dit jaar, wat van zelf gewassen is, eten zal, en in het tweede jaar, wat daarvan weder uitspruit; maar zaait in het derde jaar, en maait, en plant wijngaarden, en eet hun vruchten. |
WLC | וְזֶה־לְּךָ֣ הָאֹ֔ות אָכֹ֤ול הַשָּׁנָה֙ סָפִ֔יחַ וּבַשָּׁנָ֥ה הַשֵּׁנִ֖ית שָׁחִ֑יס וּבַשָּׁנָ֣ה הַשְּׁלִישִׁ֗ית זִרְע֧וּ וְקִצְר֛וּ וְנִטְע֥וּ כְרָמִ֖ים [וְאָכֹול כ] (וְאִכְל֥וּ ק) פִרְיָֽם׃ |
Trans. | wəzeh-lləḵā hā’wōṯ ’āḵwōl haššānâ sāfîḥa ûḇaššānâ haššēnîṯ šāḥîs ûḇaššānâ haššəlîšîṯ zirə‘û wəqiṣərû wəniṭə‘û ḵərāmîm wə’āḵwōl wə’iḵəlû firəyām: |
En dat zij u een teken, dat men [in] dit jaar, wat van zelf gewassen is, eten zal, en in het tweede jaar, wat daarvan weder uitspruit; maar zaait in het derde jaar, en maait, en plant wijngaarden, en eet hun vruchten.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En dat zij u een teken, dat men [in] dit jaar, wat van zelf gewassen is, eten zal, en in het tweede jaar, wat daarvan weder uitspruit; maar zaait in het derde jaar, en maait, en plant wijngaarden, en eet hun vruchten.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!